"Nu kan ik weer ademen": Het verhaal van een moeder over hoop en genezing in Soedan.

In de door geweld getroffen dorpen van de Soedanese deelstaat Blauwe Nijl is medische zorg voor veel gezinnen een luxe. Voor Mariam* maakte de steun van Medair echter het verschil tussen angst en hoop.
Mariam* en haar gezin leidden ooit een rustig leven in Blauwe Nijl. Zij en haar man werkten hard om hun vier kinderen te verzorgen. Ze leefden van seizoensarbeid en kleine handel. Toen de oorlog ook hun dorp bereikte, moesten ze vluchten en drie maanden schuilen in een naburig dorp.
Toen ze terugkeerden, was hun huis leeggeroofd en waren bijna al hun spullen kapot of gestolen.
"Alles is weg," vertelt Mariam*. "Onze bedden, ons kookgerei... zelfs wat er nog over was, lag in de velden verspreid."
Het leven na hun terugkeer werd erg zwaar. Met stijgende prijzen en nauwelijks werk konden ze de meest basale dingen niet meer betalen. Mariam* en haar man werken nu af en toe als dagloners, maar het loon is nauwelijks genoeg voor één maaltijd per dag.
"Vroeger aten we drie keer per dag. Nu nog maar één keer, rond tien uur ’s ochtends," zegt ze. "Alles is te duur. Het leven is één lange strijd geworden."
Toen werd een van haar dochters ernstig ziek. Door maandenlange ondervoeding kreeg ze kwashiorkor, een gevaarlijke vorm van ondervoeding. Ze werd opgenomen in een stabilisatiecentrum en leek langzaam beter te worden. Maar twee weken na haar ontslag stierf ze thuis.
"Ik had geen eetlust meer. Ik lag wakker van zorgen," zegt Mariam*. "Ik bleef bidden dat mijn andere kinderen gezond zouden blijven."
Kort daarna werd haar acht maanden oude zoon Yassin* ziek met malaria en een luchtweginfectie. Mariam* was doodsbang om nog een kind te verliezen.
Medische zorg die levens redt
Op zoek naar hulp vond Mariam* een medisch centrum van Medair. Dit centrum maakt deel uit van het MURAD-project, een gezamenlijk programma van Medair en hulporganisatie ADRA.

"Toen ik er kwam, schreven ze de naam van mijn zoon en van mijzelf op. De medisch assistent testte mijn kind op malaria – dat had hij inderdaad. Hij gaf me medicijnen tegen malaria en antibiotica. Het was allemaal gratis," zegt ze.
"Ik was opgelucht. Mijn kind kreeg medicijnen en ik hoefde niet te betalen."
Het verhaal van Mariam* laat zien hoe groot de nood in Soedan is. Sinds april 2023 de gewapende strijd tussen twee grote legers escaleerde, is de situatie dramatisch verslechterd.
Op dit moment hebben 20,3 miljoen mensen medische zorg nodig, waaronder 7,4 miljoen mensen die op de vlucht zijn in eigen land. In veel gebieden zijn medische centra gesloten of overbelast. Er is een tekort aan medicijnen, materialen en getrainde zorgverleners. Vooral vrouwen en kinderen lopen daardoor groot gevaar.
Medair en ADRA brengen daar verandering in. Via het MURAD-project zorgen ze voor medicijnen, medische apparatuur en trainingen voor zorgverleners. Mensen krijgen gratis behandeling voor veelvoorkomende ziekten zoals malaria, diarree en luchtweginfecties. Ook moeder- en kindzorg krijgt extra aandacht.
"Het centrum ligt op slechts vijf minuten van mijn huis," vertelt Mariam*. "Daardoor kon ik geld sparen voor eten. We waren bang dat onze kinderen ziek zouden worden. Nu voel ik me veiliger."
Daarnaast geven zorgverleners en door Medair getrainde vrouwen in dorpen voorlichting over borstvoeding, hygiëne en het voorkomen van ondervoeding.
"Vroeger wisten we niet wanneer we hulp moesten zoeken," zegt Mariam*. "Nu wel."

Een toekomst vol hoop
Wat Mariam* op de been houdt?
"Mijn kinderen," zegt ze. "Ik hoop dat ze gezond opgroeien, naar school gaan en later dokter of ingenieur worden."
Zelf droomt ze ervan ooit verder te leren en te werken.
"Ik wil leren in plaats van zwaar werk te doen zoals stro snijden en lasten dragen," zegt ze. "Ik hoop dat het vechten stopt. Het leven is zo zwaar. Wij vrouwen doen werk dat eigenlijk niet voor ons bedoeld is."
Ondanks alles blijft ze dankbaar.
"Ik bedank de medewerkers van Medair die medicijnen brengen naar ons afgelegen medisch centrum," zegt ze. "Zonder deze hulp hadden we misschien nog een kind verloren."

Dit project is onderdeel van het MURAD-programma ("Multi-Sector Response to Families Affected by Violence in Darfur, Blue Nile, and Khartoum"), uitgevoerd door Medair en ADRA en gefinancierd door het Bureau voor Humanitaire Hulp van USAID.
*Namen zijn veranderd om de identiteit te beschermen.
Deze inhoud is tot stand gekomen met behulp van bronnen verzameld door Medair-medewerkers in het veld en op het hoofdkantoor. De hier geuite standpunten zijn uitsluitend die van Medair en mogen op geen enkele wijze worden beschouwd als de officiële opvatting van enige andere organisatie