Alles is weggevaagd door aardverschuivingen
Op 25 april 2019 werd de noordelijke kust van Mozambique getroffen door cycloon Kenneth, de zwaarste cycloon die ooit het land bereikte. Dit gebeurde nog geen zes weken nadat cycloon Idai in het midden van het land enorm veel leed en schade had veroorzaakt. De eerste uren na het overtrekken van Kenneth waren chaotisch, net als bij Idai. Communicatieverbindingen vielen uit en door instortingen waren de getroffen gebieden niet bereikbaar. Het duurde enkele dagen voordat de eerste informatie over de gevolgen van de ramp bekendgemaakt werd. Direct na de cycloon begonnen hulporganisaties die in Beira aanwezig waren voor de hulp na de vorige cycloon hun medewerkers en materialen in te zetten in het noorden. Medair stuurde een team naar Pemba, de hoofdstad van de provincie Capo Delgado.
Een eerste onderzoek in de stad Pemba bevestigt het beeld uit de eerste rapporten: in tegenstelling tot de noordelijke kustgebieden hebben de stormwinden in de stad slechts lichte schade aangericht. Maar de meer dan 200.000 inwoners van Pemba lopen wel gevaar door de zware regenval na Kenneth. “Het heeft vijf dagen lang onophoudelijk geregend,” vertelt Ana van Food for the Hungry. Tijdens haar ritten door de verregende stad zag Ana dat de lager gelegen delen langs de kust volledig overstroomd waren. De bodem raakte zo verzadigd met water dat er scheuren en aardverschuivingen ontstonden, waardoor hele buurten werden weggevaagd.
Om beter te begrijpen wat er aan de hand was, besloten we om naar een van de centra te gaan die door de nationale rampenbestrijding waren opgezet. Tijdens de cycloon en de daaropvolgende regen vluchtten de mensen uit deze buurten naar scholen. Maar na dagenlang aanhoudende regen besluiten de autoriteiten om deze families naar andere centra te verplaatsen, om de scholen weer te kunnen laten beginnen. Het grootste opvangcentrum bevindt zich in het ‘10e Congres’, een vergader- en conferentiecentrum. Als we aankomen, rennen tientallen kinderen door de stromende regen naar me toe.
De mensen zijn alles kwijtgeraakt
Francisco, de directeur van het centrum, onderbreekt voor ons zijn overleg met een team van Artsen zonder Grenzen dat bezig is een waterbehandelingssysteem te installeren. “In de afgelopen week hebben we meer dan 800 mensen opgenomen en dat aantal stijgt nog ieder uur,” vertelt hij. “We proberen alles te doen wat we kunnen. In elke kamer zitten nu zes families,” zegt hij terwijl hij me de kleine ruimtes laat zien waar mensen op de vloer slapen. “De mensen zijn alles kwijtgeraakt,” legt hij uit.
"We dachten dat het gevaar voorbij was."
Alles is weggespoeld
In het 10e Congres zitten mensen uit twee wijken of ‘bairros’ van de stad, die veel te lijden hebben onder de slagregens, overstromingen en aardverschuivingen. Tina Mahando uit de wijk Chibabari vertelt: “We waren bang dat de wind onze huizen omver zou waaien. Ze hadden ons gewaarschuwd dat de cycloon eraan kwam. Toen het begon te stormen, waren we opgelucht omdat het meeviel en onze huizen bleven staan. We dachten dat het gevaar voorbij was. Maar de volgende dag begon het te regenen. Het water kwam met bakken naar beneden, we hoorden een gerommel en zagen stromen van water en modder van de heuvel omlaag komen. Alles werd meegesleurd,” vertelt ze. “We zijn weggerend, we konden niets anders. Het ging zo snel, we konden niets meenemen. Ik nam de kleintjes in mijn armen en ben gaan rennen.” Meer dan 130 families in dit centrum hebben niets meer, “… geen huis, geen kleren, geen pannen. Alles is weggespoeld,” zegt Tina. “We weten niet waar we heen kunnen. Hier zijn we veilig, maar dit is alleen tijdelijk. We kunnen nergens anders heen, we kunnen niet terug naar onze eigen plek, daar is het niet veilig. Er is ook te weinig voedsel. De autoriteiten doen wat ze kunnen, maar is gewoon niet genoeg voor iedereen.”
Ik vraag Ana of we naar de bairro Chibabari kunnen gaan om te zien wat er gebeurd is. We kunnen er niet met de auto komen, maar kunnen wel proberen om erheen te lopen. We bestijgen een smalle onverharde weg vol vuilnis. De buurt is gebouwd op de helling van een heuvel met de grootste vuilstortplaats van de stad. Het natgeregende afval stinkt vreselijk en de doorweekte bodem is net drijfzand onder onze voeten.
Het is niet veilig
“Jullie moeten niet verder gaan.” hoor ik iemand achter me zeggen. Onder de portiek van een lemen huis, tussen een afvalberg en een kletsnatte rode muur zit een man: de 68-jarige Jose Abdul, afkomstig uit Quissanga. “Ik woonde met mijn dochter een stukje lager, maar toen kwam het water. Overal water! Ik zag het huis van onze buren meegesleurd worden door een rivier van water en vuil. Toen wist ik dat we moesten ontsnappen. Mijn dochter heeft me net op tijd geholpen,” vertelt hij. Ik zie dat Jose niet erg mobiel is: zijn benen zijn verlamd en kan zich alleen met twee houten stokken die hij als krukken gebruikt omhoog hijsen. “Alle mensen om me heen zijn naar het opvangcentrum gegaan. Maar ik kan hier niet weg.” Tijdelijk kunnen Jose, zijn dochter en nichtjes terecht bij een vriend. “We hebben niet genoeg te eten. En we hebben geen huis meer. Hier zijn zes mensen omgekomen, ze zaten klem onder het puin toen hun huizen door het water verwoest werden. Ik kan hier niet weer een huis gaan bouwen, het is niet veilig,” vertelt hij.
Slecht bereikbaar
Vijf dagen na cycloon Kenneth is het nog niet gestopt met regenen. Deze weersomstandigheden belemmeren de noodhulp. Uit de eerste luchtopnames noordelijk van Pemba blijkt dat tientallen kustplaatsen en eilanden volledig met de grond gelijk zijn gemaakt. Veel plaatsen zijn nog niet over de weg bereikbaar doordat het hard regent en bruggen en wegen zijn ingestort. Door de zware weersomstandigheden van de afgelopen uren is vervoer door de lucht onmogelijk. In de komende weken is het cruciaal dat er noodhulp komt bij mensen zoals Jose, die in één klap alles zijn kwijtgeraakt. “Het is een zware klap voor ons land,” zegt Ana. “Veel mensen zijn nog bezig om de gevolgen van cycloon Idai te verwerken. En nu zijn nog eens veel mensen getroffen door Kenneth. Onze mensen zijn sterk, maar er is zo veel nood. Zonder hulp van buitenaf zal het heel moeilijk worden om weer op te staan.”